We zijn blij dat je kon komen.
Was je op dat moment getrouwd?
Dat zullen wij eens proberen!
We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.
Was het boek dat je gisteren las in Frans of Engels?
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.
Tom zou me dat nooit laten doen.
Tom zal me dat nooit laten doen.
Tom zei dat ik hier moest wachten.
Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.
Tom dacht dat het pijn zou doen.
Tom zegt dat Mary dronken is.
Tom zegt dat hij niets kan horen.
Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
Tom zei dat hij dacht dat ik lui was.
Tom wil niet dat Mary hem helpt.
Tom ging ervan uit dat het gratis was.
Dat is niet leuk; het is saai.
Dit is het soort muziek dat ik leuk vind.
Dat maakt me gek.