Tom dacht dat het pijn zou doen.
Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.
Tom zei dat ik hier moest wachten.
Tom zal me dat nooit laten doen.
Tom zou me dat nooit laten doen.
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.
Was het boek dat je gisteren las in Frans of Engels?
We dachten allemaal dat Tom een hartaanval kreeg.
Dat zullen wij eens proberen!
Was je op dat moment getrouwd?
We zijn blij dat je kon komen.
Wat betekent dat woord?
Waneer een 16-jarige hetzelfde zou doen, is dat afwijkend gedrag en kan er wel op gereageerd worden.
Wie ben ik om dat te zeggen?
Wie heeft dat gedaan?
die is het verstandigste schepsel, dat ik ken
Waarom konden we niet door dat dranghek?
Waarom heeft Yanni dat gedaan?
met het risico dat je de USB-poort om zeep helpt
Yanni wist dat zijn familie arm was.