Ik hoop dat hij komt.
ik hoop dat het hotel nu beter is
Ik heb dat niet gedaan.
Ik had dat niet moeten eten.
Ik denk niet dat Tom ooit iets zoals dat zou zeggen.
Ik denk niet dat je moeder hem leuk vindt.
Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
ik denk niet dat het toeval was
Ik denk niet dat het een goede investering is.
Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was.
Ik denk dat we enkele limieten moeten stellen.
Ik denk dat Tom in zijn tuin is.
Ik denk dat thuisonderwijs een redelijk educatieve keuze is.
Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
Ik denk dat je oud genoeg bent.
Ik denk dat ik Tom kan vinden.
Ik denk dat ik een baby hoor wenen.
Ik denk dat het waar is wat je zegt.
Ik denk dat dit mijn fiets is.
Ik denk dat dat heel belangrijk is.