Understand spoken Dutch

"someone" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
to agree with someone het eens zijn met iemand
What if someone sees us? Wat als iemand ons ziet?
Can somebody help? Kan iemand even helpen?
Is there someone here who speaks English? Spreekt hier iemand Engels?
Do you know anybody who works in that building? Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?
someone with less experience iemand met minder ervaring
I don’t think anyone would want to read this book a second time. Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
There is someone in the toilet. Er is iemand op het toilet.
to visit someone iemand bezoeken
Was anyone hurt? Was er iemand gewond?
Someone help me. Iemand, help me even.
to have someone where you want him; to have someone by the short and curlies iemand in de tang nemen
Are you expecting anybody? Verwacht je iemand?
Now someone is dying! Nu sterft er iemand!
Someone told me Tom was allergic to wheat. Iemand heeft me verteld dat Tom allergisch was voor tarwe.
“You are terribly ugly!” the wild ducks said; “But we don’t care as long you don’t marry someone within our family!” “Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
to take someone with you iemand meenemen
Has anyone ever told you that you snore when you sleep? Heeft iemand je ooit verteld dat je snurkt als je slaapt?
to bring somebody along iemand meebrengen
Someone could get hurt doing this. Straks raakt iemand gewond.