Waar woont u?
Wat doet Jan hier?
Wat heb je vandaag gedaan?
Waar gaat deze bus heen?
Wat je zei, is niet waar.
Waar gaat deze trein heen?
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
Waar woon je?
Wat zegt u?
Ik denk dat het waar is wat je zegt.
maar het is waar ik geboren ben
De hemel mag weten, wat er in het bed geweest is!
Wat een mooie dag, niet?
Wat zijn de maanden van het jaar?
Wat heeft ze in de winkel gekocht?
Ik vond het leuk wat je zei.
In welk land is Tom op dit moment?
Ik zou willen weten wat je van plan bent.
Wat is je telefoonnummer?
Wat eten uilen?