Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Did you manage to get a hold of Tom? Heb je Tom te pakken kunnen krijgen?
It went like that the first day, and later it got worse and worse. Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.
There’s only one shop that sells this book. Er is maar één winkel die dit boek verkoopt.
Why didn’t you phone before coming? Waarom heb je niet gebeld vooraleer te komen?
You know more about Tom than anyone else does. Jij weet meer over Tom dan wie dan ook.
Who works in the furniture factory? Wie werkt in de meubelfabriek?
Don’t worry, I’ll translate that for you. Maak je geen zorgen, ik zal dat voor je vertalen.
Tom can make me feel better after a bad day. Tom kan me beter doen voelen na een slechte dag.
Are you allergic to this medicine? Bent u allergisch voor dit geneesmiddel?
I know that they serve God with great devotion. Ik weet dat zij met veel toewijding God dienen.
Here an old woman lived with her cat and her chicken. Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.
Where is an ATM? Waar vind ik een geldautomaat?
He likes to mock colleagues. Hij houdt ervan de draak te steken met collega’s.
What’s a sweet girl like you doing in a place like this? Wat doet een lief meisje als jij op een plaats als deze?
I need a toothbrush. Ik heb een tandenborstel nodig.
it is the first public appearance of Philip het is het eerste publieke optreden van Filip
What does John do in the furniture factory? Wat doet Jan in de meubelfabriek?
I hate the hypocrisy in this organization. Ik haat de hypocrisie in deze organisatie.
There she sat, under the beautiful Christmas tree Daar zat zij nu onder de heerlijke Kerstboom
I know my daughter better than anybody else. Ik ken mijn dochter beter dan wie dan ook.