Prepositions Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to regret	spijt hebben van
	to introduce (long form)	voor te stellen
	but of a swan	maar van een zwaan
	Is there a TV in the room?	Is er een TV in de kamer?
	Who benefits from it?	Wie heeft er baat bij?
	A table for four please.	Een tafel voor vier aub.
	A table for three please.	Een tafel voor drie aub.
	A table for two please.	Een tafel voor twee aub.
	Yanni lives in fear.	Yanni leeft in angst.
	to be in love with	verliefd zijn op
	Please telephone him.	Bel hem alsjeblieft op.
	to leave (long form)	te vertrekken
	I’ll let you be the judge of that.	Dat oordeel is aan u.
	I even work on Sundays.	Ik werk zelfs op zondag.
	This laptop belongs to me.	Deze laptop is van mij.
	I work at the consulate.	Ik werk op het consulaat.
	to go to a concert	naar een concert gaan
	My sister is playing with a doll.	Mijn zus speelt met een pop.
	I wasn’t thinking clearly.	Ik dacht niet helder na.
	There’s a hole in the bucket.	Er zit een gat in de emmer.