Ik zou willen weten wat je van plan bent.
Ik heb het bevel om samen met jou te gaan.
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Ik zou graag op een boerderij willen wonen.
maar toch liep het er hoog mee, zoals het nog nooit ergens mee gedaan had
de pad
de les
ik nam
een pad
het bed
de klok
de hulp
Ben ik dik?
het park
hemelbed
de kaart
de brief
koffiedik
de slaap
de straf