Telkens kom je terug.
Tom begon te eten.
als ik daar heen zou gaan
Ik ga naar de winkel heen.
Waar gaat deze bus heen?
Ik deed het voor het geld.
Ze kwamen erachter.
en zij zeiden allemaal
Telkens eet hij te veel.
Ik had dat niet moeten eten.
Ik kwam als laatste aan.
Tom wilde naar huis komen.
vierhonderdnegentig
Niemand komt erachter.
En zo ging het eendje dan heen
Het was een dag vol ellende.
Tom heeft niets te eten.
Doe alsjeblieft iets.
We zullen erachter komen.
Tom woont in het hart van de stad.