Wat wilde je?
de ellende
in mijn staat
hemelsnaam
zijn ellende
Je moet goed eten.
zesennegentig
eenennegentig
Hij deed de deur open.
vijfennegentig
achtennegentig
tweeënnegentig
drieënnegentig
vierennegentig
Wie zit erachter?
zevenennegentig
negentigduizend
negenennegentig
Je mag niet te veel eten.
Wat als iemand ons ziet?