je bestanden
de timmerman
als een adelaar
te verzinnen
het was treurig
boeren kinderen
hard studeren
maar wat hielp dat?
de nabijheid
kleinste maat
Ze speelt gitaar.
hoger management
de ambtenaar
de studenten
gaan wandelen
te voorkomen
De winter nadert.
Je zingt prachtig.
stappen zetten
Ik ben zo’n dwaas.