de vrienden
de problemen
Nee, ik ken de les niet.
Het geld ligt op de tafel.
de hoofdstad
de handschoen
De politie is op zoek naar Tom.
Wat zijn de maanden van het jaar?
Tom wil de boerderij verkopen.
Wat heeft ze in de winkel gekocht?
Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.
Vandaag heb ik iets geleerd over het thuisonderwijs in Nederland.
de vis
het dak
de zoon
het plan
het park
het doel
de brief
de talen