Jij weet meer over Tom dan wie dan ook.
Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.
Yanni loog over zijn leeftijd.
Waar hadden jullie het over?
We weten niets over Istanboel.
tien over half zes
tien over half negen
vijf over half elf
Vandaag heb ik iets geleerd over het thuisonderwijs in Nederland.
Daar ging het lucifertje uit, en nu bleef slechts de dikke, vochtige, koude muur over.
De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.
De kleine echter verloor deze, toen zij over de straat heen snelde, omdat er twee rijtuigen verschrikkelijk hard voorbijreden.
Het paard sprong over het hek.
de gans sprong van den schotel naar beneden, waggelde over den vloer, met mes en vork in de borst, en kwam naar het arme meisje toe.
De Franse president weet de vragen over zijn liefdesleven vakkundig te ontwijken.
de pijltjes begonnen als rupsen over het bord te wriemelen
tien over vijf
tien over acht
Vertel mij eens iets over jezelf.
Vertel me meer over jezelf.