De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.
het beeld op de muur
op de kar springen
op een kier
een kroeg, een juffrouw op de fiets
wijzer dan zij is niemand op de wereld
Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.
Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.
en toen nog twintig donzen bedden op de matrassen
Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
op dieet zijn
Ze zat op de bank.
op het plafond
op de overloop
op kousenvoeten
op twee gedachten hinken
Wat wil je doen op maandag?
De sleutels liggen op mijn bureau.
Op maandag begint mijn les om 8:00 uur.
Waar ben je laatst op vakantie geweest?