Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the brown chicken	de bruine kip
	It’s already summer.	Het is al zomer.
	What do owls eat?	Wat eten uilen?
	to go to the movies	naar de film gaan
	Tom helps Mary.	Tom helpt Maria.
	summer holidays	zomervakantie
	bad news	slecht nieuws
	proof of payment	betaalbewijs
	one hundred and twelve (112 )	honderdtwaalf
	twelve thousand (12,000 )	twaalfduizend
	the internet	het internet
	a new start	een nieuwe start
	the fat boy	de dikke jongen
	It is not my profession.	Het is niet mijn vak.
	I make a choice.	Ik maak een keuze.
	This is my choice.	Dit is mijn keuze.
	starry sky	sterrenhemel
	to agree on	akkoord zijn op
	the television	de televisie
	the contest	de wedstrijd