Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	The lake was frozen.	Het meer was bevroren.
	conflict management	conflicthantering
	Don’t ask me that question again.	Stel me die vraag niet meer.
	We must abide by the law.	We moeten de wet naleven.
	the sticky label	het kleefbriefje
	all those generous salaries	al die riante salarissen
	You still have to comb your hair.	Je moet je haar nog kammen.
	ten miserable years	tien ellendige jaren
	Nearly Headless Nick (the name of one of the ghosts in the Harry Potter books)	Haast Onthoofde Henk
	to attach files	bestanden bijvoegen
	Every shirt is clean.	Elk overhemd is schoon.
	a great adventure	een geweldig avontuur
	for made-up reasons	om verzonnen redenen
	Do you have an objection to Skype?	Heb je bezwaar tegen Skype?
	the town hall	het gemeentehuis
	Lit up by the blazing sun, there stood an old castle, that was surrounded by a deep canal, and from the wall to the water thick brushwood was growing.	Door de glans der zon beschenen, stond daar een oud kasteel, dat door een diepe gracht omgeven was, en van de muur tot aan het water groeide dicht kreupelhout.
	his homely face	zijn hologige gezicht
	a malnourished vulture	een ondervoede gier
	a bad decision	een nefaste beslissing
	They rode together on the tandem.	Ze reden samen op de tandem.