Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Is that a crime?	Is dat een misdaad?
	the incarceration	de opsluiting
	I don’t care about profit.	Ik geef niets om winst.
	Their target is profit.	Hun mikpunt is winst.
	to have a talent for	aanleg hebben voor
	the hypocrite	de huichelaar
	He has pimples.	Hij heeft puisten.
	Sometimes the shoe pinches.	Soms knelt de schoen.
	They’re playing in the yard.	Ze spelen in het erf.
	a purple wax seal	een paarse lakzegel
	a relief	een opluchting
	euthanasia legislation	euthanasiewet
	the legs of the horse	de benen van het paard
	the tool	het hulpmiddel
	cost-benefit analysis	kosten-batenanalyse
	There were a lot of mosquitoes.	Er waren veel muggen.
	steamed rice	gestoomde rijst
	cod fillet	kabeljauwfilet
	There is a hole in his sock.	Er zit een gat in zijn sok.
	boys and girls	jongens en meisjes