Understand spoken Dutch

Nouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Nobody can foresee what’ll happen. Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
Can you tell us more about your products? Kan je ons meer vertellen over je producten?
He seemed to understand foreign policy. Hij leek buitenlands beleid te begrijpen.
He tripped over his own feet. Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.
We don’t need any more problems. We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.
That wasn’t a hard call to make. Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.
Do you shave with shaving cream or soap? Scheer je met scheerschuim of zeep?
They think maybe Tom had a heart attack. Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.
Can we sit in a non-smoking area? Kunnen we in een rookvrije ruimte zitten?
Algeria has a strong foreign policy. Algerije heeft een sterk buitenlands beleid.
Nitrogen is important for food production. Stikstof is belangrijk voor de voedselproductie.
My parents advised me not to drive too fast. Mijn ouders hebben me afgeraden om te snel te rijden.
the raise de loonsverhoging
The doctor advised me not to consume too much sugar. De dokter heeft me afgeraden om te veel suiker te eten.
That was a difficult problem to foresee. Dat was een moeilijk te voorzien probleem.
and along my father’s garden path I saw the tall trees standing en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
By the way, the owner of this restaurant is a friend of mine. De eigenaar van dit restaurant is trouwens een vriend van me.
A storm prevented the plane from taking off. Door een storm is het vliegtuig niet kunnen vertrekken.
The gamekeeper takes care of the animals in the forest. De jachtopziener zorgt voor de dieren in het bos.
Tom felt all alone. Tom voelde zich moederziel alleen.