Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	solar system	zonnestelsel
	a tissue	een weefsel
	the Red Cross	het Rode Kruis
	error message	foutmelding
	sick report	ziekmelding
	the vegetables	de groenten
	Tom sat next to me.	Tom zat naast me.
	the planning	de planning
	the supervisor	de opziener
	the queen	de koningin
	her body	haar lichaam
	the goods	de goederen
	the smile	de glimlach
	the need	de behoefte
	Middle East	Midden-Oosten
	his new sweater	zijn nieuwe trui
	his whole army	zijn hele leger
	the municipality	de gemeente
	the owner	de eigenaar
	a bucket of water	een emmer water