Understand spoken Dutch

"It was very cold (paragraph)" Practice Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
In an old apron she carried a whole supply of matchboxes, one of which she held in her hand.

In een oud schort droeg zij een heelen voorraad lucifersdoosjes, en een daarvan hield zij in de hand.

In the cold and darkness, a poor little girl, with a bare head and barefoot roamed through the streets.

In deze koude en in deze duisternis liep op straat een klein, arm meisje blootshoofds en barrevoets.

It was very cold (paragraph)

Het was snerpend koud (paragraaf)

It was very cold, it was snowing and it was already getting dark; it was the last night of the year.

Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden; het was de laatste avond van het jaar.

No one had bought one from her all day, no one had even given her alms.

Niemand had er den heelen dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.

One slipper could not be found again, and the other a boy had picked and ran away with it.

De eene pantoffel was niet weer te vinden, en de andere had een jongen opgeraapt en snelde er mee weg.

The little creature had lost them when she rushed across the street, because of two carriages running by, at a terribly high speed.

De kleine echter verloor deze, toen zij over de straat heen snelde, omdat er twee rijtuigen verschrikkelijk hard voorbijreden.

When she left the house she must have been wearing slippers; but what did that help?

Toen zij het huis uitging, had zij wel is waar pantoffels aangehad; maar wat hielp dat?