Understand spoken Dutch

"is" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
This misery is more than I can bear. Dit is meer ellende dan ik kan verdragen.
Greed is one of the seven cardinal sins. Hebzucht is een van de zeven hoofdzonden.
The operation of the hotel is successful. De uitbating van het hotel is succesvol.
Tom is a potato farmer. Tom is een aardappelboer.
His wife is my Italian teacher. Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.
I wonder whether Tom left early. Ik vraag me af of Tom vroeg is vertrokken.
Math is a piece of cake for her. Wiskunde is voor haar een peulenschil.
They’re my grandma’s dentures. Het is het kunstgebit van mijn oma.
Styrofoam is not good for the environment. Piepschuim is niet goed voor het milieu.
The treatment is tailored to the patient. De behandeling is afgestemd op de patiënt.
My position is that we need to cooperate. Mijn stelling is dat we moeten samenwerken.
The census is scheduled for next year. De volkstelling is gepland voor volgend jaar.
The conjugation of this verb is tricky. De vervoeging van dit werkwoord is lastig.
She’s unaware of her beauty. Ze is zich niet bewust van haar schoonheid.
The opposite is also true. Het tegenovergestelde is ook waar.
The canopy of the starry sky is breathtaking. Het gewelf van de sterrenhemel is adembenemend.
Learning this language is a piece of cake. Het leren van deze taal is een peulenschil.
She is confident that she will pass the tests. Ze is er zeker van in de toetsen te zullen slagen.
There is a restriction in the number of participants. Er is een beperking aan het aantal deelnemers.
Tom is quite sharp, isn’t he? Tom is behoorlijk scherpzinnig, nietwaar?