"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	That is really nice of her.	Dat is echt aardig van haar.
	Who’s shorter, Tom or Mary?	Wie is kleiner, Tom of Mary?
	Sunday is the day before Monday.	Zondag is de dag vóór maandag.
	Luckily, Tom isn’t my boss.	Gelukkig is Tom mijn baas niet.
	The earth is smaller than the sun.	De aarde is kleiner dan de zon.
	The car has been seized.	De auto is in beslag genomen.
	Saturday is the day before Sunday.	Zaterdag is de dag vóór zondag.
	Monday is the day before Tuesday.	Maandag is de dag vóór dinsdag.
	his favourite colour is blue	zijn favoriete kleur is blauw
	The vacancy is now closed.	De vacature is nu gesloten.
	Flattery is not my thing.	Vleierij is niets voor mij.
	Friday is the day before Saturday.	Vrijdag is de dag vóór zaterdag.
	The reason for this is plain.	De reden hiervoor is duidelijk.
	That plane is so ugly.	Dat vliegtuig is zo lelijk.
	That’s exactly what l need.	Dat is precies wat ik nodig heb.
	Tom is exactly the same age as Mary.	Tom is precies even oud als Mary.
	Retaliation is not a solution.	Vergelding is geen oplossing.
	Her job is to help customers.	Haar functie is om klanten te helpen.
	My cat is always up to mischief.	Mijn kat is altijd bezig met kattenkwaad.
	She stumbled over her words.	Ze is gestruikeld over haar woorden.