"I" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Forgive me, for I have sinned.	Vergeef me, want ik heb gezondigd.
	I ordered two burgers.	Ik heb twee hamburgers besteld.
	I’ve never played football before.	Ik heb nooit eerder gevoetbald.
	I am having an allergic reaction.	Ik heb een allergische reactie.
	I’m not paying you to stand and chat.	Ik betaal je niet om te staan kletsen.
	I used to cycle to school often.	Vroeger fietste ik vaak naar school.
	I have read something interesting.	Ik heb iets interssants gelezen.
	I didn’t feel comfortable there.	Ik voelde me er niet comfortabel.
	I heard that Tom is living in Boston.	Ik heb gehoord dat Tom in Boston woont.
	I tried to tell you.	Ik heb geprobeerd het je te zeggen.
	I anticipated trouble.	Ik verwachtte moeilijkheden.
	I listened carefully to what they said.	Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.
	I have inherited a significant fortune.	Ik heb een aanzienlijk vermogen geërfd.
	I was contributing.	Ik was aan het bijdragen.
	I want to remodel my kitchen.	Ik wil mijn keuken herinrichten.
	She cleaned her room so that I’m happy.	Ze ruimde haar kamer op zodat ik blij ben.
	My colleague and I work together.	Mijn ambtgenoot en ik werken samen.
	I got nervous on stage.	Ik werd zenuwachtig op het toneel.
	I learned something today, thanks to you.	Ik heb iets geleerd vandaag, dankzij jou.
	I can’t hear what you’re saying; it’s too noisy here.	Ik versta u niet, het is hier te rumoerig.