"I" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I found the test difficult.	Ik vond de test lastig.
	if I should go there	als ik daar heen zou gaan
	I don’t drink alcohol.	Ik drink geen alcohol.
	I have no future.	Ik heb geen toekomst.
	I haven’t said yes yet.	Ik heb nog geen ja gezegd.
	I knew it beforehand.	Ik wist het van tevoren.
	I won’t go unless you go.	Ik ga niet, tenzij jij gaat.
	I want to go there once more.	Ik wil daar nog een keer heen.
	I want to leave now.	Ik wil nu vertrekken.
	I want my key back.	Ik wil mijn sleutel terug.
	I’ll be flying to Boston.	Ik ga naar Boston vliegen.
	I need a distraction.	Ik heb afleiding nodig.
	I have fifty euros in my pocket.	Ik heb vijftig euro in mijn zak.
	I am pregnant.	Ik ben in verwachting.
	I don’t know where he goes.	Ik weet niet waar hij heen gaat.
	I need a cold shower.	Ik heb een koude douche nodig.
	I know three of the people in this picture.	Ik ken drie van de mensen in de foto.
	I’ve never broken a bone.	Ik heb nog nooit een bot gebroken.
	I feel somewhat obligated.	Ik voel me enigszins verplicht.
	I felt really miserable.	Ik voelde me echt ellendig.