hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit
Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.
Mary heeft nog niet geantwoord op Tom zijn brief.
Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend
zijn schik
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
zijn zere ribben
zijn tentamens
Hij schudt zijn hoofd.
De man had pijn op zijn borst.
Yanni loog over zijn leeftijd.
Yanni moet zijn handen wassen.
Bob kon zijn woede niet beheersen.
zijn gerafelde kussensloop
Tom verdient meer dan zijn ouders.
Ondanks al zijn rijkdom is hij toch gierig.
Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.