Understand spoken Dutch

"him" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
She first met him in Boston. Ze ontmoette hem voor het eerst in Boston.
You had better go and speak to him in person. Je zou hem beter persoonlijk aanspreken.
She tried to stop him with blackmail. Ze probeerde hem te stoppen met chantage.
His arrogant behaviour made it difficult to collaborate with him. Zijn verwaand gedrag maakte het moeilijk om met hem samen te werken.
She kissed him. Ze kuste hem.
We hardly see him around here. We zien hem hier amper.
Peter interrupted him. Pieter viel hem in de rede.
she gave him an advance ze gaf hem een voorschot
They always mock him. Ze steken altijd de draak met hem.
I hope Tom doesn’t think that we hate him. Ik hoop dat Tom niet denkt dat we hem haten.
The revelation came to him in a dream. De openbaring kwam tot hem in een droom.
Do we get a reward if we find him? Krijgen we een beloning als we hem vinden?
I met him by chance. Toevallig ben ik hem tegengekomen.
his tongue hung out of his mouth, and his eyes shot flames de tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen
If God did not exist, we’d have to invent him. Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
And the swans swam around him and stroked him with their beaks. En de zwanen zwommen om hem heen en streelden hem met hun snavels.
The king was furious and sent him to the torture chamber. De koning was woedend en stuurde hem naar de folterkamer.
They saw him and rushed towards him with clapping wings. Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.
He turned his back on me when I needed him most. Hij keerde me de rug toe wanneer ik hem het meeste nodig had.
these clapped louder than before and carried him strongly from here deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar