“Het is te groot!” zeiden allen, en de kalkoense haan, die met sporen ter wereld gekomen was en daarom dacht, dat hij keizer was, blies zich op als een schip met volle zeilen en kwam op hem af; toen klokte hij en werd zijn kop vuurrood.
“Eigenlijk is hij toch nog zo lelijk niet, als men hem maar eens goed bekijkt!”
Zo lag het twee hele dagen; toen kwamen er twee wilde ganzen of, liever gezegd, genten naar hem toe; het was nog niet lang geleden, dat zij uit het ei gekropen waren, en daarom waren zij zo overmoedig.
Zij keek hem doordringend aan.
Zelfs de vlierboom boog zich met zijn takken tot hem in het water neer, en de zon scheen warm en liefelijk!
We zullen contact met hem opnemen.
We zien hem hier amper.
We mogen hem niet kwijtraken.
voor hem
Twee sjofel uitziende tovenaars staarden hem aan.
Trouwens, heb je hem recent nog gezien?
Tom wil niet dat Mary hem helpt.
Tom vroeg me een foto van hem te maken.
Pieter viel hem in de rede
Nu erkende het eerst recht zijn geluk en de heerlijkheid, die hem omringde.
Niemand heeft hem gebeld.
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Ik sta achter hem.
Ik hoorde hem vaak Engels spreken.