Understand spoken Dutch

"he" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
He immediately fell for the trick question. Hij trapte meteen in de strikvraag.
He picks up the toys from the ground. Hij raapt het speelgoed van de grond.
he is always boasting about that daar loopt hij altijd over te pochen
He felt a little shaky. Hij voelde zich een beetje beverig.
He offered assistance to the crippled old woman. Hij bood hulp aan de kreupele oude vrouw.
He’s a real daredevil on his motorcycle. Hij is een echte waaghals op zijn motor.
He had only a few euros left in his pocket. Hij had nog maar luttele euro’s op zak.
He had never looked so disturbed. Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.
Above and beyond this, he can read Hebrew. Bovendien kan hij Hebreeuws lezen.
He wiped his sweaty bald head. Hij veegde zijn bezwete kale kruin af.
He is tired and hungry and especially confused. Hij is moe en hongerig en vooral in de war.
He always brags about his money. Hij schept altijd op over zijn geld.
He has a lot of self confidence. Hij heeft veel zelfvertrouwen.
When he saw the inheritance, he became greedy. Toen hij de erfenis zag, werd hij hebzuchtig.
He had always been a bit of an oddball. Hij was altijd nogal een zonderling.
He took a piece of chalk and wrote on the board. Hij nam een krijtje en schreef op het bord.
He sawed logs for the fireplace. Hij zaagde houtblokken voor de open haard.
By chance he saw a rare butterfly. Toevallig zag hij een zeldzame vlinder.
He will reserve two seats for Lille. Hij zal twee zetels voor Lille reserveren.
he paced back and forth in front of the hearth hij ijsbeerde heen en weer voor de haard