Ik heb blond haar.
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
Ik heb buikpijn.
Ik heb een stiefzuster.
Ik heb keelpijn.
Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
Ik heb hoofdpijn.
Ik heb een gulden.
Ik heb koorts.
Ik heb een hond.
Ik heb een kat.
Ik heb een auto maar ik gebruik hem bijna nooit.
Ik heb een boek.
ik heb
Ik heb gisteren een brief van Tom ontvangen.
Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
Ik heb nergens spijt van.
Ik heb eigenlijk geen pistool.
Ik heb het nog niet nodig.
Ik heb geen geld.