Ik heb de betekenis niet begrepen.
Ik heb geen geld.
Ik heb het nog niet nodig.
Ik heb eigenlijk geen pistool.
Ik heb nergens spijt van.
Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
Ik heb gisteren een brief van Tom ontvangen.
ik heb
Ik heb een boek.
Ik heb een auto maar ik gebruik hem bijna nooit.
Ik heb een kat.
Ik heb een hond.
Ik heb koorts.
Ik heb een gulden.
Ik heb hoofdpijn.
Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
Ik heb keelpijn.
Ik heb een stiefzuster.
Ik heb buikpijn.
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!