"has" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Does he have a dog?	Heeft hij een hond?
	Yanni has no money.	Yanni heeft geen geld.
	Everyone needs money.	Iedereen heeft geld nodig.
	Tom has long hair.	Tom heeft lang haar.
	He has long hair.	Hij heeft lang haar.
	he has a small head	hij heeft een klein hoofd
	What has Tom done?	Wat heeft Tom gedaan?
	Who did that?	Wie heeft dat gedaan?
	Tom didn’t do it.	Tom heeft het niet gedaan.
	Why did Yanni do that?	Waarom heeft Yanni dat gedaan?
	He spends too much money.	Hij heeft een gat in zijn hand.
	Tom has nothing to eat.	Tom heeft niets te eten.
	has bought	heeft gekocht
	What colour is your hair?	Welke kleur heeft je haar?
	What colour is his hair?	Welke kleur heeft zijn haar?
	Yanni needs a new bed.	Yanni heeft een nieuw bed nodig.
	Why did Tom buy this?	Waarom heeft Tom dit gekocht?
	What did she buy at the shop?	Wat heeft ze in de winkel gekocht?
	Do you know why Tom bought this?	Weet je waarom Tom dit gekocht heeft?
	Tom has three children who are doctors.	Tom heeft drie kinderen die dokter zijn.