Hij heeft een wet overtreden.
Hij heeft grote oren.
Hij heeft lang haar.
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
Hij heeft veel zelfvertrouwen.
Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.
Hoe meer men heeft, hoe meer men begeert.
Iedereen heeft minstens één goede vriend nodig.
Ik wil enkel in een appartement wonen als het een balkon heeft.
Je vader heeft dit bij mij in bewaring gegeven voor zijn dood.
Koning Filip heeft Bart De Wever aangeduid als federaal informateur, bovenop zijn rol van Vlaams informateur.
Mary heeft meer kleren dan Tom.
Mary heeft nog niet geantwoord op Tom zijn brief.
Mijn kind heeft honger.
Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
Niemand heeft hem gebeld.
Niemand heeft me ooit zoiets geleerd.
Nu nam de prins haar tot vrouw; want nu wist hij, dat hij een echte prinses bezat, en de erwt kwam in het kabinet van zeldzaamheden, waarin zij nog te zien is, als niemand haar ten minste gestolen heeft.
Ook Yanni heeft een vrouw en kind.