“Wat ben jij er voor één?” vroegen zij, en het eendje wendde zich naar alle kanten en groette zo goed het kon.
“Ik denk, dat het wel krachtig zal worden; het weet zich ten minste nu al goed te verweren.”
“Ik denk wel, dat het goed zal opgroeien en mettertijd wat kleiner worden.”
“Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.”
“Eigenlijk is hij toch nog zo lelijk niet, als men hem maar eens goed bekijkt!”
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
Ze zijn niet zo goed in hun werk.
Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
Kun je een goed restaurant aanbevelen?
Je moet goed eten om gezond te blijven.
Je bent zeker niet goed bij je verstand.
In de hoofdstad Peking kreunt de bevolking zo goed als dagelijks onder te hoge concentraties fijn stof.
Ik wist niet dat je zo goed kon koken.
Ik spreek niet zo goed Nederlands.
Ik meen het goed met je!
Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.
Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.
Heeft iedereen goed geslapen?
goed nieuws
Goed bedankt.