als je goed bent
Gaat het goed met je?
Ze zijn niet zo goed in hun werk.
goed af zijn
En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
Kun je een goed restaurant aanbevelen?
een goed idee
goed nieuws
Deze zin is goed.
Gaan de zaken goed?
De zaken gaan goed.
Ik spreek niet zo goed Nederlands.
Goed bedankt.
Je moet goed eten om gezond te blijven.
“Hoor eens, kameraad!” zeiden zij; “je bent zo lelijk, dat je goed bij ons past.”
Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
En de kater was heer in huis, en de kip was er zo goed als vrouw, en altijd zeiden zij: «Wij en de wereld!»
Dat klinkt goed.
Heeft iedereen goed geslapen?
Je bent zeker niet goed bij je verstand.