Understand spoken Dutch

"for" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Tom wants to buy a pony for his son. Tom wil een pony kopen voor zijn zoon.
It’s worth repeating. Het is voor herhaling vatbaar.
I only have praise for her achievements. Ik heb louter lof voor haar prestaties.
He was arrested for fencing stolen goods. Hij werd gearresteerd voor heling.
Can you write that down for me? Kunt u dat voor me opschrijven?
Is there someone I can call for you? Is er iemand die ik voor je kan roepen?
I bought Tom a hot dog. Ik heb een hot dog voor Tom gekocht.
The two dogs quarreled over the bone. De twee honden vochten voor het been.
You’ve got no alibi for the day of the murder. Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.
She embarrassed me in front of my friends. Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.
Spray cans are handy for graffiti. Spuitbussen zijn handig voor graffiti.
My name has been drawn for the prize. Mijn naam is getrokken voor de prijs.
Fate has chosen me for this task. Het lot heeft mij voor deze taak uitgekozen.
This rule doesn’t apply to first-year students. Deze regel geldt niet voor de eerstejaars.
She wants a doll’s house for Christmas. Ze wil een poppenhuis voor Kerstmis.
For him, the footballer is his idol. Voor hem is de voetballer zijn afgod.
He sawed logs for the fireplace. Hij zaagde houtblokken voor de open haard.
A sink is a container for water. Een gootsteen is een opvangbak voor water.
He will reserve two seats for Lille. Hij zal twee zetels voor Lille reserveren.
I will reserve two seats for Lille. Ik reserveer twee plaatsen voor Lille.