"find (1st person singular, 2nd person singular question form)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I like this shirt.	Ik vind dit shirt leuk.
	What do you think of this shirt?	Wat vind je van dit shirt?
	Where is an ATM?	Waar vind ik een geldautomaat?
	I find his behaviour disgusting.	Ik vind zijn gedrag walgelijk.
	I don’t think that’s right, and it bothers me personally.	Dat vind ik allebei niet juist en dat zit mij persoonlijk dwars.
	I don’t like this cake.	Ik vind deze taart niet lekker.
	this is the dish I like the most	dit is het gerecht dat ik het lekkerst vind
	I think it’s so great that you often think of everything.	Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt.
	I like to solve problems.	Ik vind het leuk om problemen op te lossen.
	I find this problem easier than I originally thought.	Ik vind dit probleem gemakkelijker dan ik aanvankelijk dacht.