“Goddank!” zei het eendje met een zucht; “ik ben zo lelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijten.”
De hond van Yanni is niet agressief.
Wat een grote hond!
Tom kocht een hond.
De hond is zwart.
De hond at de taart.
de hond
Dat is mijn hond.
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
Ik heb een hond.
Hij heeft een hond.
kat en hond
Opgepast voor de hond!