"come; comes (2nd and 3rd person singular)" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch Sort descending	Status
	Hello, madam, do you know when the bus is coming?	Dag, mevrouw, weet u soms wanneer de bus komt?
	That proposal, from the Greens comes in the wake of the hoopla surrounding the Economy Minister ...	Dat voorstel van Groen komt in de marge van de heisa rond minister van economie.
	Dries Buytaert is unknown to many, but whoever uses the Internet, comes into contact every day with his work.	Dries Buytaert is voor velen een onbekende, maar wie het internet gebruikt, komt elke dag in aanraking met zijn werk.
	There will be a completely new road profile with comfortable tram stops, trees, cycle paths and parking in the center.	Er komt een volledig nieuw wegprofiel met comfortabele tramhaltes, bomen, fietspaden en parkeerplaatsen in het midden.
	There will also be a joyous entry in Brussels.	Er komt ook een blijde intrede in Brussel
	He’s always short of money.	Hij komt altijd geld te kort.
	He often comes.	Hij komt vaak.
	I hope he comes.	Ik hoop dat hij komt.
	In legal proceedings, in absentia can be granted if a party does not show up.	In een juridische procedure kan verstek verleend worden wanneer een partij niet komt opdagen.
	Is this a bad time?	Komt het nu slecht uit?
	Line twelve only comes in half an hour, but line five should be here in three minutes.	Lijn twaalf komt pas over een half uur, maar lijn vijf zou hier over drie minuten moeten zijn.
	Oh, look, there comes the bus!	O, kijk, daar komt de bus al aan!
	Where are you from? (formal)	Waar komt u vandaan?
	When is Santa Claus coming?	Wanneer komt de kerstman?
	When will this bus arrive in Brussels?	Wanneer komt deze bus aan in Brussel?
	When will this train arrive in Brussels?	Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
	Wisdom does not automatically come with age.	Wijsheid komt niet automatisch met de leeftijd.
	They all look exactly like their father; but that rascal doesn’t even come to visit me.	Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.
	“That’s because I’m so ugly,” thought the duckling, closing the eyes for a moment and then walked on.	“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.