Understand spoken Dutch

"can (singular)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I cannot imagine it. Ik kan het me niet voorstellen.
Tom can’t decide whether he should go. Tom kan niet beslissen of hij moet gaan.
Extortion can lead to imprisonment. Afpersing kan leiden tot gevangenisstraf.
This misery is more than I can bear. Dit is meer ellende dan ik kan verdragen.
Nobody can answer this question. Niemand kan deze vraag beantwoorden.
A loan can help buy a house. Een ontlening kan helpen bij het kopen van een huis.
Can I pay by credit card? Kan ik met een kredietkaart betalen?
The earth can satisfy our needs but not our greed. De aarde kan voorzien in onze behoeften, maar niet in onze hebzucht.
A dismissed employee can receive monetary compensation. Een ontslagen werknemer kan een financiële vergoeding ontvangen.
Anyone can do their bit to protect the environment. Iedereen kan zijn steentje bijdragen aan de bescherming van het milieu.
The project can only succeed if enough other companies jump on the bandwagon. Het project kan wel alleen slagen als voldoende andere bedrijven mee op de kar springen.
Can you whistle? Kan je fluiten?
Live while you can. Leef zolang je kan.
I can speak Thai. Ik kan Thais spreken.
Can I book a table? Kan ik een tafel boeken?
Can I book a seat? Kan ik een stoel boeken?
Can you make a reservation? Kan men reserveren?
I can’t stand that anymore. Dat kan ik niet langer aanzien.
Where can I buy some Chinese food? Waar kan ik Chinees eten kopen?
Do you accept British pounds? Kan ik met Britse ponden betalen?