Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"beautiful" Practice Lesson
"beautiful" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
beautiful
mooi
Oh, good!
Mooi zo.
beautiful weather
mooi weer
This is beautiful.
Dit is mooi.
a beautiful book
een mooi boek
a nice house
een mooi huis
her grandmother had never before been so beautiful, so big
haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest
The next day it was beautiful, wonderful weather; the sun shone on all the green leaves.
De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
they are all beautiful except that one
zij zijn allemaal mooi, behalve dat ene
Those colors go well together.
Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
She is as beautiful as Snow White.
Ze is zo mooi als Sneeuwwitje.
“That’s not possible,“ said the duckling’s mother; “It is not beautiful, but it has a good heart and swims just as good as the others, yes, I must say, even better.
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
When the weather is nice, we eat on the terrace.
Als het mooi weer is, eten we op het terras.
How could he ever think to wish to be this pretty himself?
Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?