Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen.
De tiener bezweek uiteindelijk in het ziekenhuis aan zijn zware verwondingen.
Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.
Er is een beperking aan het aantal deelnemers.
Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan.
Ze waren aan het slapen.
aan de haal met
Tom is aan het winkelen in het winkelcentrum.
Tom zit nog steeds aan zijn bureau.
Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.
Twee robotten doen met veel overgave aan paaldansen.
Twee sjofel uitziende tovenaars staarden hem aan.
We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.
we hebben nood aan samenhorigheid
Wat is er aan de hand?
Toen hij het eendje zag, ging hij er heen, trapte het ijs met zijn klomp aan stukken en bracht het dier naar zijn vrouw toe
Aan wiens kant sta je?