Understand spoken Dutch

Animals Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
My dad used to drive a Beetle. Vroeger reed mijn vader een Kever.
The sheep has a soft coat. Het schaap heeft een zachte vacht.
The horses are drinking from the water trough. De paarden drinken uit de watertrog.
The gamekeeper saw a deer in the forest. De jachtopziener zag een hert in het bos.
Tom was attacked by a lion. Tom werd aangevallen door een leeuw.
Cows and horses stand in the meadow in the summer. Koeien en paarden staan ’s zomers in de wei.
I cannot distinguish a frog from a toad. Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.
no longer that of a cumbersome, grey, ugly bird niet meer die van een logge, grauwe, lelijke vogel
The old barn serves as shelter for the animals. De oude schuur dient als beschutting voor de dieren.
He actually had to turn a beetle into a button. Hij moest eigenlijk een kever in een knoop veranderen
“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left. “Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.
Oh, it could not forget those beautiful, happy birds O, het kon die mooie, gelukkige vogels niet vergeten
And the swans swam around him and stroked him with their beaks. En de zwanen zwommen om hem heen en streelden hem met hun snavels.
A bird is incessantly singing on my balcony. Een vogel zingt onophoudelijk op mijn balkon.
Some people don’t like dogs. Sommige mensen houden niet van honden.
and on the hedge sat a raven and made her complain en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen
I will fly towards them, towards those royal birds! Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
They saw him and rushed towards him with clapping wings. Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.
The woman screamed, and struck the poor animal with the tongs. De vrouw schreeuwde en sloeg met de tang naar het arme beest.
They were bright white and had long, flexible necks: they were swans Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen