naar het buitenland
De vraag is of hij het kan doen of niet.
de ogen
half één
hun ogen
Wat doe je?
Hoe laat?
half twee
half vijf
Hoe oud bent u?
Hoe oud ben je?
Hoe oud is hij?
een half uur
groene ogen
Je bent laat.
de eenden
Dat boek is oud.
Ik ga wel alleen.
Tom is nieuw.