een kip
de deur
de hand
kat en hond
het licht
Ik heb een kat.
lichtrode
de plaats
Hij komt vaak.
a.d.h.v.
Eet je graag kip?
Graag gedaan.
Ik wil een kat zijn.
Staat de deur open?
Wat is er aan de hand?
Wie heeft dat gedaan?
Wat heeft Tom gedaan?
het daglicht
Ik heb dat niet gedaan.
Tom heeft het niet gedaan.