Misschien zag Tom Mary.
Wie is kleiner, Tom of Mary?
Ik hou van mijn voorhuid.
De winkels zijn gesloten.
Ik heb geen overige vragen.
Ze houdt heel erg van katten.
Ik heb mijn bagage verloren.
Gelukkig is Tom mijn baas niet.
De politie is op zoek naar de dief.
De aarde is kleiner dan de zon.
Ik wil zeggen dat het me spijt.
het ganzengebraad
Hij gaf me een voorbeeld.
vergeldingsaanval
Er is altijd iets gaande hier.
We moeten meteen beginnen.
We moeten ergens beginnen.
ging naar de slaapkamer
De vacature is nu gesloten.
Hoe gebruikt men die kaart?