Deze laptop is van mij.
Straks is onze zus bij ons.
een lange, zwarte slang
een bushalte
de rechtbank
schoolvoorbeeld
Tom woont in dit gebied.
de teamgeest
Ik ga Tom straks bellen.
Je begrijpt dat toch?
Tom woont vlak naast ons.
De kip kwam overeind.
Ik zou dankbaar zijn.
Ze spreekt geen Frans.
Welke talen spreekt u?
Wie moeten we geloven?
Niemand raakte gewond.
Ik dacht niet helder na.
Yanni was erg dronken.
Ik heb ontslag genomen.