Understand spoken Dutch

Adjectives Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
There are too many cars in the big cities. Er zijn te veel wagens in de grote steden.
I couldn’t anticipate that that would happen. Ik kon niet voorzien dat dat zou gebeuren.
Tom and Mary live in the same building. Tom en Mary wonen in hetzelfde gebouw.
your personal storage space jouw persoonlijke opslagruimte
I know Tom is a very bad driver. Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
We are prisoners in our own country. We zijn gevangenen in ons eigen land.
She got married when she was twenty-five. Ze is getrouwd toen ze 25 was.
We are thinking of buying some new furniture. We overwegen nieuwe meubels te kopen.
Am I obliged to file the declaration? Ben ik verplicht om de aangifte te doen?
I knew you were trouble the minute I saw you. Zodra ik je zag, wist ik dat je ellende zou brengen.
So it is wrong, we must change Het is dus verkeerd, we moeten het veranderen
There are trees on either side of the river. Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.
I bought a new mobile phone. Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
He is totally dependent on his parents. Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
He tripped over his own feet. Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.
I would be grateful if you could do that for me. Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.
Nitrogen is important for food production. Stikstof is belangrijk voor de voedselproductie.
My parents advised me not to drive too fast. Mijn ouders hebben me afgeraden om te snel te rijden.
That was a difficult problem to foresee. Dat was een moeilijk te voorzien probleem.
I need a raise. Ik heb een loonsverhoging nodig.