"three (3)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	We have three minutes.	We hebben drie minuten.
	three sides	drie kanten
	Tom has three dogs.	Tom heeft drie honden.
	I’ve been married three times.	Ik ben drie keer getrouwd geweest.
	We have lunch at around three o’clock in the afternoon.	Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.
	three weeks ago	drie weken geleden
	four minus three equals one	vier min drie is gelijk aan één
	3 p.m.	15.00 uur
	A table for three please.	Een tafel voor drie aub.
	in three days	over drie dagen
	Three men walk away.	Drie mannen lopen weg.
	I know three of the people in this picture.	Ik ken drie van de mensen in de foto.
	The siege lasted three days.	De belegering duurde drie dagen.
	a prison sentence of between two and three years	een gevangenisstraf tussen twee en drie jaar
	three people	drie personen
	This house has three rooms.	Dit huis heeft drie kamers.
	I lived in Boston three years ago.	Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
	I need three carrots.	Ik heb drie wortels nodig.
	Tom passed away three years ago.	Tom is drie jaar geleden overleden.
	My family arrive at three o’clock.	Mijn familie arriveert om drie uur.