"three (3)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	one hundred and three (103)	honderddrie
	three hundred (300)	driehonderd
	three hundred and three (303)	driehonderddrie
	twenty-three (23)	drieëntwintig
	from three o’clock to five o’clock	van drie uur tot vijf uur
	three thousand (3,000)	drie duizend
	thirty-three (33)	drieëndertig
	forty-three (43)	drieënveertig
	eighty-three (83)	drieëntachtig
	fifty-three (53)	drieënvijftig
	twenty five past two	vijf voor half drie
	nineteen fifty-three (1953)	negentienhonderddrieënvijftig
	It’s nearly half past two.	Het is bijna half drie.
	sixty-three (63)	drieënzestig
	seventy-three (73)	drieënzeventig
	ninety-three (93)	drieënnegentig
	three days ago	drie dagen geleden
	three times a year	drie keer per jaar
	I’ve been living in the Netherlands for three years.	Ik woon al drie jaar in Nederland.
	I bought this book three days ago.	Ik kocht dit boek drie dagen geleden.