"three (3)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	three plus seven equals ten	drie plus zeven is tien
	It’s nearly half past two.	Het is bijna half drie.
	eighty-three (83)	drieëntachtig
	ninety-three (93)	drieënnegentig
	sixty-three (63)	drieënzestig
	three days ago	drie dagen geleden
	three times a year	drie keer per jaar
	How much is three and three?	Hoeveel is drie plus drie?
	Tom has three children who are doctors.	Tom heeft drie kinderen die dokter zijn.
	I’ve been living in the Netherlands for three years.	Ik woon al drie jaar in Nederland.
	three times	driemaal
	three times three equals nine	drie maal drie is negen
	two times three equals six	twee maal drie is zes
	three times six equals eighteen	drie maal zes is achttien
	five times three equals fifteen	vijf maal drie is vijftien
	nine three nine zero	negen drie negen nul
	I read three books a week.	Ik lees drie boeken per week.
	The attack lasted for nearly three hours.	De aanval duurde bijna drie uur.
	I bought this book three days ago.	Ik kocht dit boek drie dagen geleden.
	Tom was born three months after Mary.	Tom is drie maanden na Mary geboren.